FAQ

Centrale verwarming

Ben ik verplicht mijn CV-ketel te onderhouden?

Ja. Een cv-ketel die gestookt wordt op stookolie, steenkool, hout of pellets moet jaarlijks onderhouden worden. Indien je verwarmt met aardgas, is een tweejaarlijks onderhoud verplicht. Voor ketels op stookolie en aardgas geldt deze verplichting vanaf het vermogen van 20kW, zie hiervoor het kenplaatje op jouw toestel. Laat bij dit nazicht ook steeds jouw schoorsteen nakijken. Een regelmatige controle van de cv-ketel is een wettelijke verplichting waar je zelf alle baat bij hebt!

De rookgasafvoer, de toevoer van verse zuurstof, de gasleiding op dichtheid, de gebruikte materialen en minimum 1 toestel dat op het gasnet is aangesloten.

Parket en vloerverwarming zijn wel degelijk te combineren maar werk dan zeker met massief hout, met planken van maximaal 16 cm breed (hoe breder de plank, hoe groter de trekkracht van het hout). Vergeet ook niet om de geschikte onderlaag aan te brengen en ervoor te zorgen dat de vochtigheidsgraad in de ruimte zich tussen 50% en 80% bevindt. Vraag meer informatie hieromtrent bij jouw parketleverancier.

Het is heel belangrijk dat de vloertemperatuur de 28°C niet overschrijdt. Bij een te hoge vloertemperatuur kunnen inderdaad fysische klachten optreden (dikke voeten, spataders, …). Vergeet ook de impact op huisdieren niet. Als met de max. vloertemperatuur van 28°C rekening wordt gehouden, en er gebeurde een correcte warmteberekening, is er wat dat betreft geen probleem.

Ja. Als je jouw aardgasleiding zelf plaatst, dan moet ze wel gekeurd worden door een onafhankelijk keuringsbureau (OCB, BTV, AIB, …) Indien de gasleiding gelegd wordt door een erkend gehabiliteerd aardgasinstallateur, dan mag de installateur zelf het keuringsverslag schrijven over de installatie.

Een condensatieketel gaat inderdaad door zijn modulerende werking en/of sturing via buitenvoeler altijd proberen werken met een zo laag mogelijke temperatuur. Bij oudere paneelradiatoren en gietijzeren radiatoren zal die lagere temperatuur geen problemen geven. Trouwens, een condensatiegaswandketel kan – indien nodig – ook op hogere temperaturen werken. Omdat het oppervlak van de warmtewisselaar groter is dan bij een conventionele CV-ketel en omdat altijd warmte en energie wordt geput uit de recuperator-condensor, blijft het rendement altijd hoger!! Samengevat: zelfs als men een hoog temperatuurregime aanhoudt is een condensatieketel de meest ideale oplossing en jouw oudere verwarmingselementen hoef je nog niet meteen te veranderen.

Dit wordt bepaald door de verdunningsfactor voor rookgassen. Deze wordt bepaald ten opzichte van alle ramen, deuren en buren. In de praktijk moeten we bijna altijd onze rookgassen door het dak naar buiten laten gaan.

Neen! De mazoutleveranciers doen standaard een anti-stollingsmiddel in hun stookolie (“wintermazout”).  Dit middel zorgt ervoor dat de stookolie niet paraffineert. Het blijft echter aangewezen om de stookolieleidingen die naar de brander lopen, goed te isoleren.

De kamerthermostaat wordt in een referentiekamer (meestal de leefruimte) aangebracht. Plaats hem liever niet in een omgeving die aan een warmtebron is blootgesteld of op een buitenmuur (niet boven een radiator, niet in de zon, niet bij de open haard, op een tochtvrije plaats). Het energieverbruik is het laagst als de thermostaat rechtstreeks de brander bestuurt, wat enkel mogelijk is met hoogrendementsketels of condensatieketels. Geef de voorkeur aan een digitale thermostaat met (minstens) twee programma’s: één voor overdag en één voor ’s nachts.

Dat mag uiteraard. Al moet je er wel steeds op letten dat de thermostatische kranen de kamerthermostaat nooit tegenspreken. Als de kranen dicht staan en jouw thermostaat vraagt aan de CV-ketel 23°C, dan zal die comfort-temperatuur nooit bereikt worden in de living. Ook is er het risico dat de installatie een overdruk zal krijgen: om die reden plaatsen we een drukverschilventiel (meestal op de kollektoren). Dit drukverschilventiel herstelt het evenwicht tussen vertrek en retourleiding als er een verschil in druk optreedt door een gebrek aan debiet in de radiatoren.

Dit is een typisch probleem van een te laag debiet in de radiator.  Dit kan te wijten zijn aan een verstopping of een blokkage. Waarschijnlijk zit het pinnetje van het thermostatiseerbaar kraanhuis vast. Draai de thermostaatkop er af, en duw het pinnetje een aantal keren in en uit. Controleer ook of de afsluitkraantjes onder de radiator volledig open staan.

Regenwater is agressiever dan leidingwater. Vele fabrikanten beschrijven in hun garantiebepalingen de maximale Ph-waarde die mag gemeten worden in de verwarmingsinstallatie. Er zal geen fabrieksgarantie worden toegekend als de maximale zuurtegraad in de installatie werd overschreden.

Sanitair

Moet mijn sanitaire installatie gekeurd worden?

Ja, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. De installatie moet voorzien worden van de nodige terugslagkleppen, en er mag geen vaste verbinding zijn tussen het stadswater en het regenwater.

Uiteraard. Vroeger hadden de meeste gaswandketels een ingebouwde “doorstromer” met een drempeldebiet van 3 à 4 liter. Bij afname van een zeer klein debiet (onder de 4 liter per minuut) valt een “doorstromer” uit en maakt hij geen warm water meer. Bij de moderne gaswandketels zijn het platenwisselaars die de warm waterproductie verzorgen. Het warm water wordt modulerend (ifv. debietmeter, ntc-voeler en ptc-voeler) opgewarmd, zonder drempeldebiet: de exacte hoeveelheid water, op de juiste temperatuur, met het juiste debiet.

Waterterugslag. Dit is het gevolg van een hydraulische schokgolf, wanneer een vloeistof in een leiding plots gestopt wordt. Dit bijvoorbeeld door een snelsluitende kraan (ééngreepsmengkraan), een elektrische klep in vaatwas of wasmachine, … heel bruusk te sluiten. De kracht die door de waterterugslag ontstaat is een ware explosie en kan de momentele druk tot 4x verhogen. Oplossing: drukregelaar aan de teller, sanitair expansievat, anti-shock klep, …

Zonne-energie

Op welke levertermijn heb ik mijn zonnepanelen terugverdiend?

De gemiddelde terugverdientijd ligt tussen de 4 en 10 jaar. Het is een lange termijn investering, maar deze zorgt er ook voor dat je maandelijkse facturen voor elektriciteit dalen.

Zonnepanelen kunnen een levensduur van meer dan 50 jaar hebben en verouderen dus heel langzaam. De opbrengst kan na enkele jaren achteruit gaan met 0,5% per jaar. Maar na 25 jaar moeten zonnepanelen nog minstens 80% van hun vermogen hebben. De kwaliteit van de zonnepanelen wordt steeds beter waardoor sommige merken een 100% vermogensgarantie kunnen aanbieden voor de eerste 25 of zelfs 30 jaar. Vraag dus zeker advies hierover wanneer je zonnepanelen wilt laten installeren.

Ventilatie

Mag ik nog een raam openzetten bij balansventilatie?

Ja, je mag een raam openen. Sinds 2012 is in het Bouwbesluit opgenomen dat in elke kamer een raam open moet kunnen, ongeacht het ventilatiesysteem. Het warmteterugwin-systeem gaat hierdoor niet kapot, wel werkt het dan iets minder energiezuinig.

Ventileren kost altijd energie. Warme lucht verlaat het huis en frisse buitenlucht komt daarvoor in de plaats. Maar goed ventileren is echt belangrijk voor jouw gezondheid en daarom geen energie- of geldverspilling. Om niet overbodig veel energie te gebruiken, moet dit met verstand gebeuren of kan je een ventilatiesysteem met warmteterugwinning aanschaffen.

Maar als we eerlijk zijn is gezondheid belangrijker. Vervuilde lucht wordt afgevoerd en verse lucht wordt aangevoerd. Daarbij warmt de drogere lucht van buiten sneller op dan de vochtigere binnenlucht, dus hoef je minder te stoken.

Ventileren moet 24 uur per dag. Verluchten door een raam open te zetten is nuttig om snel extra vervuilde lucht af te voeren. Een raam open zetten is goed, maar zodra deze weer dicht is is de frisse en gezonde lucht na 20 minuten alweer verdwenen. Verluchten is dus niet gelijk aan ventilatie.

Als er binnen gestookt wordt met een houtkachel of er wordt gekookt of zelfs gerookt, ontstaat er veel fijnstof. Als dit niet goed wordt afgezogen of er staat geen raam open, zal de concentratie aan fijnstof binnen hoger worden dan buiten. Goed ventileren en verluchten is hierbij van belang, ook wanneer je langs drukke wegen woont. Binnenlucht is bijna altijd ‘viezer’ dan buitenlucht. We zeggen niet voor niets: ‘even een frisse neus halen’ als we naar buiten gaan.

Bij een ventilatiesysteem C wordt verse lucht naar binnen gezogen via roosters in ramen of muren. De gebruikte binnenlucht wordt mechanisch afgevoerd, dat wil zeggen door een ventilator in de ventilatie-unit. De toevoer van verse lucht via roosters gebeurt in de droge ruimtes. Hiermee bedoelt men in de leefruimtes, slaapkamers en bureaus. De afvoer van vervuilde of gebruikte binnenlucht gebeurt mechanisch via luchtroostertjes in natte ruimtes.

Bij een ventilatiesysteem D gebeurt de aanvoer van verse buitenlucht en de afvoer van gebruikte binnenlucht volledig mechanisch door 2 ventilatoren in de ventilatie-unit. Hier komen dus geen roosters in muren of ramen aan te pas. De verse buitenlucht wordt buiten aangezogen via ventielen. Deze bevinden zich op het dak of in de muur. Ook hier komt de verse buitenlucht terecht in de droge ruimtes zoals leefruimtes, slaapkamers en bureaus. Ook de gebruikte binnenlucht in de natte ruimtes verdwijnt via ventielen. Een systeem D voert dus op volledig mechanisch wijze de gebruikte binnenlucht af en zuigt volledig mechanisch verse buitenlucht aan. Om deze reden wordt een systeem D ook wel balansventilatie genoemd.

Ventilatiesystemen uitgerust met warmteterugwinning geven de warmte van de afgezogen binnenlucht af aan de aangezogen buitenlucht. De afgevoerde lucht die van binnen naar buiten wordt afgezogen is doorgaans veel warmer dan de buitenlucht die binnenkomt. Zo is het verlies van warmte tot een minimum beperkt. Dit is enkel mogelijk met een systeem D.